Polo´s, criollo´s en applaus-salvo´s
De elitaire tak van de paardensport?
Sinds 1 jaar zijn wij in het gelukkige bezit van twee polomerries. De merries werden te oud voor de sport en genieten bij ons van hun welverdiende oude dag. Aangezien ik bitter weinig van de polosport af wist en de merries wat beter wilde leren kennen, ben ik me gaan verdiepen in het wereldje van de Polosport.
Het viel me op dat er erg weinig over bekend is en dat er veel vooroordelen bestaan. We kennen allemaal de beelden van champagnefles-ontkurkende helden en met goud behangen dames, met grote zonnebrillen en fraaie hoedjes, op grote chique evenementen waar de meesten onder ons zich niet echt thuis zullen voelen. We vinden het allemaal maar een elitair gedoe en de polopony's vinden we oerlelijk met hun dunne hertenhalsjes en afgeschoren manen en staarten. Zo dacht ik er dus tot voor kort ook over. Ik kwam er echter al gauw achter dat de Polosport met zijn eeuwenoude geschiedenis en tradities de moeite waard is om wat meer over te weten. Voor degene die zijn horizon wil verbreden en een kijkje wil nemen achter de schermen, heb ik wat algemeenheden over de polosport en de polopony's opgeschreven. Het is niet mijn bedoeling een oordeel over deze tak van de paardensport te vellen. Ik wil uitsluitend de lezer informeren en zou willen zeggen: lees en oordeel zelf.
Een stukje (wrede) geschiedenis
De polosport is een erg oude sport die zijn oorsprong heeft in India, Tibet en Perzië. In 500 voor Christus was de sport nogal wreed; er werd met hoofden van vijanden gespeeld en het was in eerste instantie bedoeld om de pony's van het Indiase leger in conditie te houden voor mogelijke oorlogen. Het “spel”(?) heette toen nog Changar (= houten hamer). Pas toen men op ballen overging (na jaren ook met apen- en schapenkoppen te hebben gespeeld) werd het spel Pulu (= bal) genoemd. Pulu werd pas echte Polo toen de Engelsen zich ermee gingen bemoeien. Polo werd een echte sport voor de Aristocratie, waarbij de nadruk verschoof naar het spelelement met tal van regels en tradities. Al gauw verspreidde de sport zich over heel Europa en Zuid-Amerika. Sommige poloclubs over de hele wereld zijn al eeuwenoud en hebben hun geschiedenis beschreven. De eerste geregistreerde polowedstrijd vond in 1869 in Engeland plaats. In 1878 werd Polo geïntroduceerd in Amerika.
De voornaamste landen waar momenteel Polo wordt gespeeld zijn Engeland, Argentinië, Singapore, de Verenigde Staten en de Golfstaten. In Argentinië wordt de sport het meest intensief beoefend. Polopony's zijn grotendeels kruisingen tussen Argentijnse Criollo´s en volboedpaarden die werden geïmporteerd. Deze kruisingen uit Argentinië bleken zo succesvol dat uiteindelijk de meeste Polopony's over de hele wereld hier vandaan komen. Ook werden er Welshpony´s uit Engeland gebruikt om de pony klein (“laag bij de grond”) te houden. Omgekeerd werd in 1918 een polopony in het New Forest-gebied in Engeland losgelaten. Deze pony genaamd Field Marshall is een belangrijke grondlegger geworden van het New Forest-ras. Ook in de voorouders van de Welsh Pony, sectie B, is een polopony terug te vinden te vinden.
De polopony of polopaarden
Polopony's zijn geen echt ras. Iedere pony die in de Polosport wordt gebruikt is een polopony. Toch zul je zelden een Haflinger of Fjord op het veld aantreffen. De polopony heeft zich ontwikkeld tot een bepaald type pony waarbij enkele kenmerken belangrijk zijn. Moed, om onverschrokken schouder aan schouder over een veld te racen tussen rondzwaaiende Mallets (= sticks) door. Snelheidsvermogen, om snel te kunnen galopperen achter de bal aan. Wendbaarheid, om goed te kunnen draaien en Natuurlijk Evenwicht om niet om te vallen als de speler half naast de pony hangt om de bal te kunnen raken. De pony moet dus ook niet al te groot zijn. Hoe lager bij de grond, hoe groter de kans is dat de speler de bal raakt.
Uiterlijk herken je een polopony aan zijn vloeiende gangen en makkelijke galop. De polopony's zijn galopeurs bij uitstek; het hele spel wordt in galop gespeeld. De manen zijn er helemaal afgeschoren. De staart wordt tijdens het spel opgeknoopt en ingepakt. Dit alles om te voorkomen dat de Mallet erin zou kunnen blijven haken.
De polopony heeft een lange, dunne hertenhals en geen grammetje vet te veel. Dikwijls een hoge schoft, dit is wel zo gemakkelijk dat het zadel, tijdens alle acrobatische toeren van de speler, goed blijft liggen. Een polopony heeft een intelligent karakter. Hij moet als het ware met de speler “meedenken”. Tijdens het polospel zie je hoe enthousiast en vurig de Polopony kan zijn. In de omgang zijn polopony's echter heel vriendelijk en gemakkelijk, deze karakter-eigenschap komt overduidelijk van de Criollo´s.
Een goede mix is goud waard
De Argentijnse hebben dus als het ware een supermix uitgevonden. Criollo´s, Argentijnse ranchpaarden x volbloeden. Resultaat is een harde kleinere volbloed met een gemoedelijk maar temperamentvol karakter. De mixen zijn kleiner dan de volbloeden en hebben kortere gangen. Van de Criollo hebben de Polopony's hun gemoedelijke karakter en grote uithoudingsvermogen. Daarnaast wordt er in Argentinië veel aandacht besteed aan het leren van het Polospel. In andere landen worden nauwelijks polopony's gefokt. Men koop liever een kant-en-klare polopony uit Argentinië. De opleiding van de pony lang duurt en de Argentijnen zijn hier in gespecialiseerd.
De polopony's uit deze kruisingen hebben een aangeboren talent voor de sport. Vergelijkbaar als veedrijvers-paarden die instinctief op de juiste manier met vee omgaan.
Criollo´s – Argentijnse ranchpaarden
Om een polopony goed te begrijpen moet je weten wat een volbloed is en ook wat een Criollo is. Volbloeden zijn bij ons alom bekend, Criollo´s wat minder. Criollo´s zijn Argentijnse ranchpaarden, afkomstig van de Spaanse paarden die in de 16e eeuw vanuit Spanje meekwamen naar Zuid-Amerika. Op de Pampa´s was het leven hard, hierdoor is de Criollo een erg taai ras geworden, bekend om z´n uithoudingsvermogen en oersterke gezondheid. De Criollo komt in heel Zuid-Amerika voor en verschilt een klein beetje per gebied en land.
Opvallend is vaak zijn vaalkleur die is ontstaan door aanpassing aan de natuur in de wilde staat. Alle andere kleuren inclusief bont en appaloosa zijn ook mogelijk.
Ze lijken een beetje op de Quarters; gespierd, in het vierkants-type staand model, kort op de benen, veel bot en stoer, maar laat deze opmerking niet de Quarter-fokkers lezen……
Een vriendin van mij heeft zo´n echte Criollo-merrie genaamd Terra. Terra is vaalkleurig en is een echte Criollo: kort op de benen, stevig en heel gemakkelijk in de omgang. Een ritje door een winkelstraat is geen enkel probleem. Voor recreatieve doeleinden is het een erg prettige merrie. Als je er een beginneling op zou wegsturen, zouden ze samen thuiskomen heelhuids thuiskomen. Bij de meeste paarden zou je zo´n stommiteit toch uit je hoofd moeten laten…… Als je wat fanatieker de Westernsport in willen, dan heeft een Criollo wel z´n beperkingen qua schoonheid en beweging. Een Criollo moet je waarderen vanwege zijn aangename karakter, hardheid en uithoudingsvermogen. Gespecialiseerde topprestaties zoals de Quarter die kan leveren, zijn niet altijd haalbaar.
Criollo´s reizen niet per cruise-schip naar Europa……
De Criollo’s die hier in Europa te koop worden aangeboden komen vrijwel allemaal uit Argentinië of Urugay. De meesten worden papierloos verkocht en worden gezien als alternatief voor de dure Quarters en Paints.
Doch een waarschuwing is misschien wel op z´n plaats. In Argentinië gaat men toch een stuk minder vriendelijk met paarden om en wreedheden zijn helaas normaal goed. De drie wekende durende bootreis die de paarden moeten maken, alvorens ze in Italië de boot afkomen, is niet ideaal te noemen. Het zijn geen luxe cruise-schepen en de passagiers worden niet bepaald respectvol vervoerd en behandeld. De aankomst in de haven gaat vaak gepaard met de nodige emoties. Een klein deel overleeft de reis sowieso niet en sommige rollen letterlijk de boot af…….
De Criollo´s worden per grote aantallen verkocht aan handelaren en zij verkopen de paarden weer door aan geïnteresseerden. Met dit in het achterhoofd kàn de Criollo een uitstekende aankoop zijn. Het kàn ook een bittere teleurstelling worden. Een paard dat gewend is geslagen te worden is vaak minder geneigd aanhankelijk en vertrouwd te worden met de mens. Criollo´s kunnen wat afstandelijker zijn en minder gecharmeerd van getut en geknuffel. “Het moet klikken”, wordt wel eens gezegd. Dit geldt natuurlijk voor vrijwel alle paarden, misschien met de Criollo nèt even wat meer vanwege het simpele feit dat zijn geschiedenis vaak onbekend en niet ideaal te noemen valt. De Criollo lijkt een ideaal paard voor beginners vanwege zijn makkelijke karakter. Een beginner zou ik persoonlijk nooit een paard aanraden waarvan het verleden de nodige twijfels oproept.
De eerste echte Europese Criollo´s!
Criollo´s worden pas sinds kort in Europa op kleine schaal gefokt, met name in Zuid-Duitsland. Er verlaten bijna geen hengsten Argentinië alvorens eerst gecastreerd te worden. Daardoor blijft de rasechte Criollo toch grotendeels een exclusief exportproduct van Argentinië.
De hengsten die in Zuid-Duistland staan zijn afkomstig uit Urugay, enkele uit Argentinië. Een Duits “Criollo Zuchtverband Deutschland” is in 1994 opgericht. Het Zuchtverband bedraagt anno mei 2004 honderdvijfendertig leden en heeft 13 hengsten en 86 merries in de papieren staan. Omdat het stamboed nog zo jong en onbekend is, zijn er nog weinig nakomelingen. Maar er is dus nog hoop. Voor diegene die een Criollo wil kopen zonder al te veel jeugdtrauma´s…..
Het Polospel
Het polospel is de enige teamsport binnen de paardenwereld. Elk team bestaat uit vier spelers. Elke speler heeft zijn eigen functie. Aanvaller, middenvelder of verdediger. Keepers zijn er niet. Polo is een soort hockey te paard. Heel simpel: de bal moet in het doel. De palen van het doel staan zeven meter uit elkaar en zijn flexibel, er tegenaan knallen zou niet zo leuk zijn voor de speler en de pony. Het spel bestaat uit 4 à 6 keer speeltijd, deze worden chukka´s genoemd en bedragen ieder 7 minuten. Zeven minuten lijkt niet veel, voor een pony in een snelle rengalop is de zeven minuten een topprestatie! De pony's worden per chukka verwisseld. Het veld is even groot als vijf voetbalvelden, 200 bij 300 meter.
Net als bij golf wordt er gespeeld met handicaps, van -2 tot 10. Dit niveau wordt bepaald door rijvaardigheid, slagtechniek en spelinzicht. Een goede polospeler ben je niet zomaar. Daar gaan heel wat jaartjes spelen en ervaring opdoen aan vooraf.
Het polospel kent vele regels en oude tradities. De spelregels worden de spelers eigen gemaakt door te spelen met playmobiel-paardjes op een grote tafel. Verschillende uitgangsposities, situaties en tactieken worden per team op deze manier besproken. Het polospel staat en valt bij een goed team, op een veld van 200 bij 300 meter kun je niet eventjes fijn details gaan overleggen...
Onderlinge verdraagzaamheid
Tijdens het spel valt voor een toeschouwer op dat de pony's zelfs hangend tegen elkaar aan galopperen. Dit doen de spelers om elkaar op die manier van een lijn weg te drukken. De pony's moeten hiervoor heel moedig zijn en verdraagzaam naar elkaar toe. Hoewel het merendeel merries zijn, zal er nooit geslagen of gebeten worden. Tijdens de rustpauzes zie je dit ook. De pony's staan op een rij aan een lijntje naast elkaar vastgeknoopt uren te wachten tijdens zo´n snikhete dag. Geen pony zal ongeduldig of chagrijnig worden en zeker niet naar z´n maatjes toe.
De onderlinge verdraagzaamheid zit in de genen. Bij geen ander “ras” of type paard is dit zo opvallend aanwezig. De eerste maand dat de merries bij mij waren kon ik m´n ogen niet geloven. Op een mooie zomerdag had ik voor de “lunch” twee emmers biks in de wei gezet. Normaal gesproken zet ik de emmers dan een flink eind uit elkaar om gevechten onder de meiden te voorkomen. Wat deden de polomerries? Ze gingen samen eerst uit één emmer eten en daarna samen uit de andere emmer. Ik een hapje, jij een hapje, ik een hapje……
In nood zou ik gerust de merries naast elkaar in één stal kunnen zetten. Indien ik dit, bij wijze van spreken, bij m´n vorige paarden gedaan zou hebben, zou ik er zeker van zijn dat ik de volgende dag één paard minder zou hebben.
De goede dingen des paardenlevens
Polo is een seizoenssport. De toernooien vinden in de zomermaanden plaats. De hele winter hebben de pony's vakantie, althans het overgrote merendeel dat meteen 1 oktober richting Frankrijk of andere winterverblijven vertrekt. De wintervakantie brengen ze op grote landgoederen door; een paradijs waar andere paarden slechts van kunnen dromen. Enkelen blijven op stal indien de eigenaar de hele winter wil door trainen. In vergelijking tot paarden in andere disciplines van de paardensport hebben de polopony's relatief dus een lange rustpauze. Ook de topatleten! Dit mag zeker een groot voordeel genoemd worden. Er zijn zat paarden die het met minder vakantie mogen doen of het hele begrip überhaupt niet kennen.
In Nederland worden de pony's per 6 à 10 vaak door één groom verzorgd. Dit is veelal een fulltime baan en een seven-day job. De grooms leggen veel liefde in hun werk en zien het als een uitdaging wanneer “hun” pony goed speelt tijdens een wedstrijd. ´s Ochtends worden de pony's groepsgewijs getrained voor de conditie. ´s Middags wordt er vaak met spelers getrained op het balspel. Spelers hebben vaak twee of meer polopony's.
Sinds 1 jaar zijn wij in het gelukkige bezit van twee polomerries. De merries werden te oud voor de sport en genieten bij ons van hun welverdiende oude dag. Aangezien ik bitter weinig van de polosport af wist en de merries wat beter wilde leren kennen, ben ik me gaan verdiepen in het wereldje van de Polosport.
Het viel me op dat er erg weinig over bekend is en dat er veel vooroordelen bestaan. We kennen allemaal de beelden van champagnefles-ontkurkende helden en met goud behangen dames, met grote zonnebrillen en fraaie hoedjes, op grote chique evenementen waar de meesten onder ons zich niet echt thuis zullen voelen. We vinden het allemaal maar een elitair gedoe en de polopony's vinden we oerlelijk met hun dunne hertenhalsjes en afgeschoren manen en staarten. Zo dacht ik er dus tot voor kort ook over. Ik kwam er echter al gauw achter dat de Polosport met zijn eeuwenoude geschiedenis en tradities de moeite waard is om wat meer over te weten. Voor degene die zijn horizon wil verbreden en een kijkje wil nemen achter de schermen, heb ik wat algemeenheden over de polosport en de polopony's opgeschreven. Het is niet mijn bedoeling een oordeel over deze tak van de paardensport te vellen. Ik wil uitsluitend de lezer informeren en zou willen zeggen: lees en oordeel zelf.
Een stukje (wrede) geschiedenis
De polosport is een erg oude sport die zijn oorsprong heeft in India, Tibet en Perzië. In 500 voor Christus was de sport nogal wreed; er werd met hoofden van vijanden gespeeld en het was in eerste instantie bedoeld om de pony's van het Indiase leger in conditie te houden voor mogelijke oorlogen. Het “spel”(?) heette toen nog Changar (= houten hamer). Pas toen men op ballen overging (na jaren ook met apen- en schapenkoppen te hebben gespeeld) werd het spel Pulu (= bal) genoemd. Pulu werd pas echte Polo toen de Engelsen zich ermee gingen bemoeien. Polo werd een echte sport voor de Aristocratie, waarbij de nadruk verschoof naar het spelelement met tal van regels en tradities. Al gauw verspreidde de sport zich over heel Europa en Zuid-Amerika. Sommige poloclubs over de hele wereld zijn al eeuwenoud en hebben hun geschiedenis beschreven. De eerste geregistreerde polowedstrijd vond in 1869 in Engeland plaats. In 1878 werd Polo geïntroduceerd in Amerika.
De voornaamste landen waar momenteel Polo wordt gespeeld zijn Engeland, Argentinië, Singapore, de Verenigde Staten en de Golfstaten. In Argentinië wordt de sport het meest intensief beoefend. Polopony's zijn grotendeels kruisingen tussen Argentijnse Criollo´s en volboedpaarden die werden geïmporteerd. Deze kruisingen uit Argentinië bleken zo succesvol dat uiteindelijk de meeste Polopony's over de hele wereld hier vandaan komen. Ook werden er Welshpony´s uit Engeland gebruikt om de pony klein (“laag bij de grond”) te houden. Omgekeerd werd in 1918 een polopony in het New Forest-gebied in Engeland losgelaten. Deze pony genaamd Field Marshall is een belangrijke grondlegger geworden van het New Forest-ras. Ook in de voorouders van de Welsh Pony, sectie B, is een polopony terug te vinden te vinden.
De polopony of polopaarden
Polopony's zijn geen echt ras. Iedere pony die in de Polosport wordt gebruikt is een polopony. Toch zul je zelden een Haflinger of Fjord op het veld aantreffen. De polopony heeft zich ontwikkeld tot een bepaald type pony waarbij enkele kenmerken belangrijk zijn. Moed, om onverschrokken schouder aan schouder over een veld te racen tussen rondzwaaiende Mallets (= sticks) door. Snelheidsvermogen, om snel te kunnen galopperen achter de bal aan. Wendbaarheid, om goed te kunnen draaien en Natuurlijk Evenwicht om niet om te vallen als de speler half naast de pony hangt om de bal te kunnen raken. De pony moet dus ook niet al te groot zijn. Hoe lager bij de grond, hoe groter de kans is dat de speler de bal raakt.
Uiterlijk herken je een polopony aan zijn vloeiende gangen en makkelijke galop. De polopony's zijn galopeurs bij uitstek; het hele spel wordt in galop gespeeld. De manen zijn er helemaal afgeschoren. De staart wordt tijdens het spel opgeknoopt en ingepakt. Dit alles om te voorkomen dat de Mallet erin zou kunnen blijven haken.
De polopony heeft een lange, dunne hertenhals en geen grammetje vet te veel. Dikwijls een hoge schoft, dit is wel zo gemakkelijk dat het zadel, tijdens alle acrobatische toeren van de speler, goed blijft liggen. Een polopony heeft een intelligent karakter. Hij moet als het ware met de speler “meedenken”. Tijdens het polospel zie je hoe enthousiast en vurig de Polopony kan zijn. In de omgang zijn polopony's echter heel vriendelijk en gemakkelijk, deze karakter-eigenschap komt overduidelijk van de Criollo´s.
Een goede mix is goud waard
De Argentijnse hebben dus als het ware een supermix uitgevonden. Criollo´s, Argentijnse ranchpaarden x volbloeden. Resultaat is een harde kleinere volbloed met een gemoedelijk maar temperamentvol karakter. De mixen zijn kleiner dan de volbloeden en hebben kortere gangen. Van de Criollo hebben de Polopony's hun gemoedelijke karakter en grote uithoudingsvermogen. Daarnaast wordt er in Argentinië veel aandacht besteed aan het leren van het Polospel. In andere landen worden nauwelijks polopony's gefokt. Men koop liever een kant-en-klare polopony uit Argentinië. De opleiding van de pony lang duurt en de Argentijnen zijn hier in gespecialiseerd.
De polopony's uit deze kruisingen hebben een aangeboren talent voor de sport. Vergelijkbaar als veedrijvers-paarden die instinctief op de juiste manier met vee omgaan.
Criollo´s – Argentijnse ranchpaarden
Om een polopony goed te begrijpen moet je weten wat een volbloed is en ook wat een Criollo is. Volbloeden zijn bij ons alom bekend, Criollo´s wat minder. Criollo´s zijn Argentijnse ranchpaarden, afkomstig van de Spaanse paarden die in de 16e eeuw vanuit Spanje meekwamen naar Zuid-Amerika. Op de Pampa´s was het leven hard, hierdoor is de Criollo een erg taai ras geworden, bekend om z´n uithoudingsvermogen en oersterke gezondheid. De Criollo komt in heel Zuid-Amerika voor en verschilt een klein beetje per gebied en land.
Opvallend is vaak zijn vaalkleur die is ontstaan door aanpassing aan de natuur in de wilde staat. Alle andere kleuren inclusief bont en appaloosa zijn ook mogelijk.
Ze lijken een beetje op de Quarters; gespierd, in het vierkants-type staand model, kort op de benen, veel bot en stoer, maar laat deze opmerking niet de Quarter-fokkers lezen……
Een vriendin van mij heeft zo´n echte Criollo-merrie genaamd Terra. Terra is vaalkleurig en is een echte Criollo: kort op de benen, stevig en heel gemakkelijk in de omgang. Een ritje door een winkelstraat is geen enkel probleem. Voor recreatieve doeleinden is het een erg prettige merrie. Als je er een beginneling op zou wegsturen, zouden ze samen thuiskomen heelhuids thuiskomen. Bij de meeste paarden zou je zo´n stommiteit toch uit je hoofd moeten laten…… Als je wat fanatieker de Westernsport in willen, dan heeft een Criollo wel z´n beperkingen qua schoonheid en beweging. Een Criollo moet je waarderen vanwege zijn aangename karakter, hardheid en uithoudingsvermogen. Gespecialiseerde topprestaties zoals de Quarter die kan leveren, zijn niet altijd haalbaar.
Criollo´s reizen niet per cruise-schip naar Europa……
De Criollo’s die hier in Europa te koop worden aangeboden komen vrijwel allemaal uit Argentinië of Urugay. De meesten worden papierloos verkocht en worden gezien als alternatief voor de dure Quarters en Paints.
Doch een waarschuwing is misschien wel op z´n plaats. In Argentinië gaat men toch een stuk minder vriendelijk met paarden om en wreedheden zijn helaas normaal goed. De drie wekende durende bootreis die de paarden moeten maken, alvorens ze in Italië de boot afkomen, is niet ideaal te noemen. Het zijn geen luxe cruise-schepen en de passagiers worden niet bepaald respectvol vervoerd en behandeld. De aankomst in de haven gaat vaak gepaard met de nodige emoties. Een klein deel overleeft de reis sowieso niet en sommige rollen letterlijk de boot af…….
De Criollo´s worden per grote aantallen verkocht aan handelaren en zij verkopen de paarden weer door aan geïnteresseerden. Met dit in het achterhoofd kàn de Criollo een uitstekende aankoop zijn. Het kàn ook een bittere teleurstelling worden. Een paard dat gewend is geslagen te worden is vaak minder geneigd aanhankelijk en vertrouwd te worden met de mens. Criollo´s kunnen wat afstandelijker zijn en minder gecharmeerd van getut en geknuffel. “Het moet klikken”, wordt wel eens gezegd. Dit geldt natuurlijk voor vrijwel alle paarden, misschien met de Criollo nèt even wat meer vanwege het simpele feit dat zijn geschiedenis vaak onbekend en niet ideaal te noemen valt. De Criollo lijkt een ideaal paard voor beginners vanwege zijn makkelijke karakter. Een beginner zou ik persoonlijk nooit een paard aanraden waarvan het verleden de nodige twijfels oproept.
De eerste echte Europese Criollo´s!
Criollo´s worden pas sinds kort in Europa op kleine schaal gefokt, met name in Zuid-Duitsland. Er verlaten bijna geen hengsten Argentinië alvorens eerst gecastreerd te worden. Daardoor blijft de rasechte Criollo toch grotendeels een exclusief exportproduct van Argentinië.
De hengsten die in Zuid-Duistland staan zijn afkomstig uit Urugay, enkele uit Argentinië. Een Duits “Criollo Zuchtverband Deutschland” is in 1994 opgericht. Het Zuchtverband bedraagt anno mei 2004 honderdvijfendertig leden en heeft 13 hengsten en 86 merries in de papieren staan. Omdat het stamboed nog zo jong en onbekend is, zijn er nog weinig nakomelingen. Maar er is dus nog hoop. Voor diegene die een Criollo wil kopen zonder al te veel jeugdtrauma´s…..
Het Polospel
Het polospel is de enige teamsport binnen de paardenwereld. Elk team bestaat uit vier spelers. Elke speler heeft zijn eigen functie. Aanvaller, middenvelder of verdediger. Keepers zijn er niet. Polo is een soort hockey te paard. Heel simpel: de bal moet in het doel. De palen van het doel staan zeven meter uit elkaar en zijn flexibel, er tegenaan knallen zou niet zo leuk zijn voor de speler en de pony. Het spel bestaat uit 4 à 6 keer speeltijd, deze worden chukka´s genoemd en bedragen ieder 7 minuten. Zeven minuten lijkt niet veel, voor een pony in een snelle rengalop is de zeven minuten een topprestatie! De pony's worden per chukka verwisseld. Het veld is even groot als vijf voetbalvelden, 200 bij 300 meter.
Net als bij golf wordt er gespeeld met handicaps, van -2 tot 10. Dit niveau wordt bepaald door rijvaardigheid, slagtechniek en spelinzicht. Een goede polospeler ben je niet zomaar. Daar gaan heel wat jaartjes spelen en ervaring opdoen aan vooraf.
Het polospel kent vele regels en oude tradities. De spelregels worden de spelers eigen gemaakt door te spelen met playmobiel-paardjes op een grote tafel. Verschillende uitgangsposities, situaties en tactieken worden per team op deze manier besproken. Het polospel staat en valt bij een goed team, op een veld van 200 bij 300 meter kun je niet eventjes fijn details gaan overleggen...
Onderlinge verdraagzaamheid
Tijdens het spel valt voor een toeschouwer op dat de pony's zelfs hangend tegen elkaar aan galopperen. Dit doen de spelers om elkaar op die manier van een lijn weg te drukken. De pony's moeten hiervoor heel moedig zijn en verdraagzaam naar elkaar toe. Hoewel het merendeel merries zijn, zal er nooit geslagen of gebeten worden. Tijdens de rustpauzes zie je dit ook. De pony's staan op een rij aan een lijntje naast elkaar vastgeknoopt uren te wachten tijdens zo´n snikhete dag. Geen pony zal ongeduldig of chagrijnig worden en zeker niet naar z´n maatjes toe.
De onderlinge verdraagzaamheid zit in de genen. Bij geen ander “ras” of type paard is dit zo opvallend aanwezig. De eerste maand dat de merries bij mij waren kon ik m´n ogen niet geloven. Op een mooie zomerdag had ik voor de “lunch” twee emmers biks in de wei gezet. Normaal gesproken zet ik de emmers dan een flink eind uit elkaar om gevechten onder de meiden te voorkomen. Wat deden de polomerries? Ze gingen samen eerst uit één emmer eten en daarna samen uit de andere emmer. Ik een hapje, jij een hapje, ik een hapje……
In nood zou ik gerust de merries naast elkaar in één stal kunnen zetten. Indien ik dit, bij wijze van spreken, bij m´n vorige paarden gedaan zou hebben, zou ik er zeker van zijn dat ik de volgende dag één paard minder zou hebben.
De goede dingen des paardenlevens
Polo is een seizoenssport. De toernooien vinden in de zomermaanden plaats. De hele winter hebben de pony's vakantie, althans het overgrote merendeel dat meteen 1 oktober richting Frankrijk of andere winterverblijven vertrekt. De wintervakantie brengen ze op grote landgoederen door; een paradijs waar andere paarden slechts van kunnen dromen. Enkelen blijven op stal indien de eigenaar de hele winter wil door trainen. In vergelijking tot paarden in andere disciplines van de paardensport hebben de polopony's relatief dus een lange rustpauze. Ook de topatleten! Dit mag zeker een groot voordeel genoemd worden. Er zijn zat paarden die het met minder vakantie mogen doen of het hele begrip überhaupt niet kennen.
In Nederland worden de pony's per 6 à 10 vaak door één groom verzorgd. Dit is veelal een fulltime baan en een seven-day job. De grooms leggen veel liefde in hun werk en zien het als een uitdaging wanneer “hun” pony goed speelt tijdens een wedstrijd. ´s Ochtends worden de pony's groepsgewijs getrained voor de conditie. ´s Middags wordt er vaak met spelers getrained op het balspel. Spelers hebben vaak twee of meer polopony's.
Excessen zijn “not-done”
Natuurlijk zijn er ook excessen en zal de echte paardenliefhebber het polospel misschien verafschuwen. Het polospel is inderdaad geen subtiel en zachtzinnig geheel. Mijn inziens zijn er in bijna alle disciplines van de paardensport excessen en grote vraagtekens te plaatsen bij trainingsmethodes, wreedheden en fanatisme. Gelukkig leven we echter in een tijd waar het welzijn van het paard steeds meer voorop staat en slechte behandeling of mishandeling niet wordt getolereerd.
Zeker in een sport waarbij een enthousiaste menigte staat mee te kijken zorgt een goed verzorgde pony in een topconditie en een levenslustige uitstraling, voor meer waardering dan een pony die er slecht uitziet en op drie benen door het veld hinkt. De polosport mag dan wel hard lijken maar het is zeker een sport waarbij de polopony het belangrijkste element van het geheel is. Zonder de polopony geen polosport!
Applaus-salvo´s
Aan het eind gekomen van dit artikel, zal een oplettende lezer opmerken dat het woord in de titel “applaus-salvo´s” nog niet ter sprake is gekomen. Hier komt ie dan: mijn rustige oude polomerries mogen graag af en toe even losbarsten. Zij exploderen dan ´s morgens als ik ze loslaat in het weiland. Waarschijnlijk denken zij dan aan een vijf-voetbalvelden-groot-veld met honderden toeschouwers die enthousiast de 8 spelers per veld aanmoedigen en uitbarsten in applaus-salvo´s bij ieder goal. In een snelle galop racen de ponys schouder aan schouder achter de bal aan en vertrouwen blindelings op de stuur-en slagkunsten van hun berijder. Zoals al honderden jaren in hun genen zit verankerd, doen ze exact wat er van hun wordt verwacht en hebben zelfs geleerd te anticiperen in het spel.
Na 7 minuten is het geknetter afgelopen en gaan de merrie weer over tot de orde van de dag ergens in een weilandje op het platteland. Geen enthousiaste en uitgedoste menigte, geen geur van open knallende flessen champagne en geen oogverblindende gefonkeld van goud en dure auto´s. Alleen een eigenares die leunend over het hek haar oude dames een warm hart toedraagt.
Marga Kuitenbrouwer, 2003
Natuurlijk zijn er ook excessen en zal de echte paardenliefhebber het polospel misschien verafschuwen. Het polospel is inderdaad geen subtiel en zachtzinnig geheel. Mijn inziens zijn er in bijna alle disciplines van de paardensport excessen en grote vraagtekens te plaatsen bij trainingsmethodes, wreedheden en fanatisme. Gelukkig leven we echter in een tijd waar het welzijn van het paard steeds meer voorop staat en slechte behandeling of mishandeling niet wordt getolereerd.
Zeker in een sport waarbij een enthousiaste menigte staat mee te kijken zorgt een goed verzorgde pony in een topconditie en een levenslustige uitstraling, voor meer waardering dan een pony die er slecht uitziet en op drie benen door het veld hinkt. De polosport mag dan wel hard lijken maar het is zeker een sport waarbij de polopony het belangrijkste element van het geheel is. Zonder de polopony geen polosport!
Applaus-salvo´s
Aan het eind gekomen van dit artikel, zal een oplettende lezer opmerken dat het woord in de titel “applaus-salvo´s” nog niet ter sprake is gekomen. Hier komt ie dan: mijn rustige oude polomerries mogen graag af en toe even losbarsten. Zij exploderen dan ´s morgens als ik ze loslaat in het weiland. Waarschijnlijk denken zij dan aan een vijf-voetbalvelden-groot-veld met honderden toeschouwers die enthousiast de 8 spelers per veld aanmoedigen en uitbarsten in applaus-salvo´s bij ieder goal. In een snelle galop racen de ponys schouder aan schouder achter de bal aan en vertrouwen blindelings op de stuur-en slagkunsten van hun berijder. Zoals al honderden jaren in hun genen zit verankerd, doen ze exact wat er van hun wordt verwacht en hebben zelfs geleerd te anticiperen in het spel.
Na 7 minuten is het geknetter afgelopen en gaan de merrie weer over tot de orde van de dag ergens in een weilandje op het platteland. Geen enthousiaste en uitgedoste menigte, geen geur van open knallende flessen champagne en geen oogverblindende gefonkeld van goud en dure auto´s. Alleen een eigenares die leunend over het hek haar oude dames een warm hart toedraagt.
Marga Kuitenbrouwer, 2003
Polo en Criollo-weetjes:
In Argentinië organiseren de Criollo fokkers jaarlijks een ritje van 700 kilometer. De Criollo´s moeten met een gewicht van 110 kilo in 15 dagen deze afstand afleggen. Geen luxe grooms onderweg zoals bij onze Endurance-sport die klaar staan met een natje en een droogje. Criollo´s mogen alleen het voedsel en water, wat onderweg op de rustplaatsen wordt gevonden, opeten.
De Argentijnse cowboy heet Gaucho. Dit zijn enorm goede paardentemmers. Een Criollo wordt geleerd te reageren op kleine hulpen en zelfs fluitsignalen. Als er tegen een Criollo wordt gezet dat hij moet wachten, dan blijft hij wachten….. desnoods de hele dag.
De aller beroemdste Criollo´s die ooit hebben bestaan, waren Gato en Macha. Met hun baasje, professor Tschiffely, reden zij van Buenos Aires (Zuid-Amerika) naar Washington (Noord-Amerika), meer dan zesduizend kilometer! De reis duurde drie en een half jaar. Gato en Mancha zijn resp. 38 en 40 jaar oud geworden!
Pololaarzen hebben altijd een rits aan de voorkant, wel zo handig voor de hulpverleners als er weer eens een speler een been breekt.
De bal die tijdens het polospel wordt gebruikt is 8,5 cm in doorsnede en weegt 130 gram.
Het polozadel is een zadel zonder kniewrongen. Ook niet echt nodig, een rustige beenligging van een polospeler is niet ter zake.
Poloponys worden vaak groepsgewijs getrained. Op het middelste paard de groom met aan beide zijden 2 extra ponys. Moet kunnen, en wel zo gemakkelijk meteen vijf ponys tegelijk te trainen.
De ideale stokmaat van een polopony is 1.53 cm. Poloponys worden ponys genoemd, ongeacht hun stokhoogte.
Als er tijdens het polospel een speler uitgeschakeld raakt, gaat het spel met vervanger gewoon door. The show must go on. Als er een polopony uitgeschakeld raakt, stopt het spel onmiddellijk.
Tijdens de rust mogen alle toeschouwers het veld op. Dat is wel zo handig, dan kunnen ze mooi met hun (dure merk-)schoenen de omgeploegde graspollen weer plat trappen. Dit wordt Treading in genoemd.
De Polospel kan 12 soorten slagen met zijn Mallet (= stick) uitvoeren om de bal te raken. De pony mag nooit geraakt worden. De slagen worden eerst op een houten paard geoefend alvorens men met een Mallet in handen op de pony het veld in mag.
In Argentinië organiseren de Criollo fokkers jaarlijks een ritje van 700 kilometer. De Criollo´s moeten met een gewicht van 110 kilo in 15 dagen deze afstand afleggen. Geen luxe grooms onderweg zoals bij onze Endurance-sport die klaar staan met een natje en een droogje. Criollo´s mogen alleen het voedsel en water, wat onderweg op de rustplaatsen wordt gevonden, opeten.
De Argentijnse cowboy heet Gaucho. Dit zijn enorm goede paardentemmers. Een Criollo wordt geleerd te reageren op kleine hulpen en zelfs fluitsignalen. Als er tegen een Criollo wordt gezet dat hij moet wachten, dan blijft hij wachten….. desnoods de hele dag.
De aller beroemdste Criollo´s die ooit hebben bestaan, waren Gato en Macha. Met hun baasje, professor Tschiffely, reden zij van Buenos Aires (Zuid-Amerika) naar Washington (Noord-Amerika), meer dan zesduizend kilometer! De reis duurde drie en een half jaar. Gato en Mancha zijn resp. 38 en 40 jaar oud geworden!
Pololaarzen hebben altijd een rits aan de voorkant, wel zo handig voor de hulpverleners als er weer eens een speler een been breekt.
De bal die tijdens het polospel wordt gebruikt is 8,5 cm in doorsnede en weegt 130 gram.
Het polozadel is een zadel zonder kniewrongen. Ook niet echt nodig, een rustige beenligging van een polospeler is niet ter zake.
Poloponys worden vaak groepsgewijs getrained. Op het middelste paard de groom met aan beide zijden 2 extra ponys. Moet kunnen, en wel zo gemakkelijk meteen vijf ponys tegelijk te trainen.
De ideale stokmaat van een polopony is 1.53 cm. Poloponys worden ponys genoemd, ongeacht hun stokhoogte.
Als er tijdens het polospel een speler uitgeschakeld raakt, gaat het spel met vervanger gewoon door. The show must go on. Als er een polopony uitgeschakeld raakt, stopt het spel onmiddellijk.
Tijdens de rust mogen alle toeschouwers het veld op. Dat is wel zo handig, dan kunnen ze mooi met hun (dure merk-)schoenen de omgeploegde graspollen weer plat trappen. Dit wordt Treading in genoemd.
De Polospel kan 12 soorten slagen met zijn Mallet (= stick) uitvoeren om de bal te raken. De pony mag nooit geraakt worden. De slagen worden eerst op een houten paard geoefend alvorens men met een Mallet in handen op de pony het veld in mag.