Castreren of isoleren?
We schrijven 1997. Ons eerste veulentje van een valkkleurige Welsh Cob merrie werd geboren. Daar lag hij, onder de deur verstopt zodat ik hem met de camera niet eerder had kunnen zien. De hele nacht had ik op de camera liggen kijken maar er was niets bijzonders gebeurd. Toch wel, want toen ik de staldeur open deed, struikelde ik over een wit pakketje leven.
Het veulen !
Even later probeerde het te gaan staan. “Het” want ik wist nog steeds niet of het een hengstje of een merrie was. Daar kwam ik echter snel achter. Dit witte ding had roze geslachtsdelen die je niet kon missen…..
Dolgelukkig was ik met het lieve dier, zo gelukkig dat ik de reacties uit m´n omgeving niet opmerkte. Sommige vielen flauw, anderen trokken wit weg en een enkele stamelde: “tja, hij lijkt wel aardig”.
Moeders mooiste?
Na een paar weken viel het kwartje. Mijn allereerste veulen was wel lief maar bleek toch niet het allermooiste wezentje op de wereld te zijn. Ook niet van de hele omgeving en zelfs niet van ons geringe paardenbestand. Maar hij was lief en heel gemakkelijk in de omgang. Samen met de andere merries en zijn bloedmooie halfzus, waar wel iedereen iets positiefs over wist te zeggen, stond hij in de wei en groeide met de merries samen op.
Moeders liefste!
Een jaar later. Natuurlijk besefte ik zo langzamerhand wel dat het weinig zin had een gooi naar de Eerste Bezichtiging van de Hengstenkeuring te doen met deze jongeman. Ondanks dat hij nog steeds in mijn ogen een hele beste was. Een carrière als goedgekeurde dekhengst zou er voor hem echt niet in zitten. Maar gezien z´n aangename karakter had ik ook nog niet lang nagedacht over castratie. Tot meneertje dus een jaar werd.
Een jaarling is een naarling
Van mijn lieve oogappeltje bleef niets over. Hij pestte z´n zus de hele dag, deed al oefeningen om erop te komen en beet de achterbenen van de andere merries aan gort. De ganse dag, zonder enig sympathie voor zijn mede-paard, klierde hij door en toonde bitter weinig respect voor afwijzingen of hiërarchie.
Indien hij een bloedmooi hengstveulen was geweest, had ik hem apart kunnen zetten. Hij was misschien een mooie hengst geworden die het ras kon verbeteren en voor goed nageslacht kon zorgen. In mijn geval waren de twijfels “isoleren of castreren” echter overbodig.
De operatie
De castratie werd dus toch gepland. Ik zag er enorm tegen op maar het viel allemaal achteraf reuze mee. De castratie vond plaats bij ons thuis. Hij werd natuurlijk afgezonderd van de rest en op een klein (en schoon!) stukje land gezet. Hij werd gesedeerd en zonk weg in een diepe, hele diepe roes. Maar hij bleef op zijn vier benen staan en schommelde een beetje heen en weer. De veearts vertelde dat de staande houding de meest hygiënische behandeling was. Hij werkte keurig de behandeling af en tot mijn stomme verbazing was het erg interessant. Mijn man dacht er anders over en lag na een paar minuten wel horizontaal.
Na ongeveer een half uur was de castratie alweer voorbij en hij, ahum het, begon weer wakker te worden. Ik kreeg keurige instructies voor de nazorg en gelukkig verliep de genezing erg goed. Geen opgezette delen, geen zwellingen, geen psychische klachten, alsof er nooit iets was gebeurd c.q. weggehaald.
Het lieve paard!
Na twee dagen mocht onze lieve ruin weer de wei in en beleefde een mooie zomer in de kudde. Onze ruin is een fijne gezins-pony geworden.
Het veulen !
Even later probeerde het te gaan staan. “Het” want ik wist nog steeds niet of het een hengstje of een merrie was. Daar kwam ik echter snel achter. Dit witte ding had roze geslachtsdelen die je niet kon missen…..
Dolgelukkig was ik met het lieve dier, zo gelukkig dat ik de reacties uit m´n omgeving niet opmerkte. Sommige vielen flauw, anderen trokken wit weg en een enkele stamelde: “tja, hij lijkt wel aardig”.
Moeders mooiste?
Na een paar weken viel het kwartje. Mijn allereerste veulen was wel lief maar bleek toch niet het allermooiste wezentje op de wereld te zijn. Ook niet van de hele omgeving en zelfs niet van ons geringe paardenbestand. Maar hij was lief en heel gemakkelijk in de omgang. Samen met de andere merries en zijn bloedmooie halfzus, waar wel iedereen iets positiefs over wist te zeggen, stond hij in de wei en groeide met de merries samen op.
Moeders liefste!
Een jaar later. Natuurlijk besefte ik zo langzamerhand wel dat het weinig zin had een gooi naar de Eerste Bezichtiging van de Hengstenkeuring te doen met deze jongeman. Ondanks dat hij nog steeds in mijn ogen een hele beste was. Een carrière als goedgekeurde dekhengst zou er voor hem echt niet in zitten. Maar gezien z´n aangename karakter had ik ook nog niet lang nagedacht over castratie. Tot meneertje dus een jaar werd.
Een jaarling is een naarling
Van mijn lieve oogappeltje bleef niets over. Hij pestte z´n zus de hele dag, deed al oefeningen om erop te komen en beet de achterbenen van de andere merries aan gort. De ganse dag, zonder enig sympathie voor zijn mede-paard, klierde hij door en toonde bitter weinig respect voor afwijzingen of hiërarchie.
Indien hij een bloedmooi hengstveulen was geweest, had ik hem apart kunnen zetten. Hij was misschien een mooie hengst geworden die het ras kon verbeteren en voor goed nageslacht kon zorgen. In mijn geval waren de twijfels “isoleren of castreren” echter overbodig.
De operatie
De castratie werd dus toch gepland. Ik zag er enorm tegen op maar het viel allemaal achteraf reuze mee. De castratie vond plaats bij ons thuis. Hij werd natuurlijk afgezonderd van de rest en op een klein (en schoon!) stukje land gezet. Hij werd gesedeerd en zonk weg in een diepe, hele diepe roes. Maar hij bleef op zijn vier benen staan en schommelde een beetje heen en weer. De veearts vertelde dat de staande houding de meest hygiënische behandeling was. Hij werkte keurig de behandeling af en tot mijn stomme verbazing was het erg interessant. Mijn man dacht er anders over en lag na een paar minuten wel horizontaal.
Na ongeveer een half uur was de castratie alweer voorbij en hij, ahum het, begon weer wakker te worden. Ik kreeg keurige instructies voor de nazorg en gelukkig verliep de genezing erg goed. Geen opgezette delen, geen zwellingen, geen psychische klachten, alsof er nooit iets was gebeurd c.q. weggehaald.
Het lieve paard!
Na twee dagen mocht onze lieve ruin weer de wei in en beleefde een mooie zomer in de kudde. Onze ruin is een fijne gezins-pony geworden.